Als je arbeidsongeschikt raakt, heeft dat grote financiële gevolgen. Je inkomen daalt, maar je woonlasten niet. Een woonlastenverzekering voorkomt dat je dan moet verhuizen.
Bij ons adviesgesprek zal ook de woonlastenverzekering ter sprake komen. Een woonlastenverzekering maakt de betaling van je hypotheek mogelijk als je daar niet meer toe in staat bent, omdat je arbeidsongeschikt of werkloos bent geworden.
NIEUW! Nu ook beschikbaar voor Nederbelgen tot 50 km van de Nederlandse grens!
Er zijn 2 soorten dekkingen:
Je verzekert het bedrag dat je per maand nodig hebt voor de rente en aflossing van je hypotheek als je ineens arbeidsongeschikt raakt. Dat hoeft niet per se het hele maandbedrag te zijn. Afhankelijk van je financiële situatie bepaal je welk bedrag je wilt verzekeren. Als je arbeidsongeschikt raakt, zal de verzekeraar dit verzekerde bedrag maandelijks aan je uitkeren. Dit doet hij gedurende een vooraf overeengekomen aantal jaren.
Als aanvulling op de arbeidsongeschiktheidsdekking kun je ook het werkloosheidsrisico verzekeren. Deze dekking is ter overweging. De verzekeraars keren maximaal 24 keer per werkloosheid een maandbedrag uit. Let op: zodra de WW-uitkering stopt, kunnen de uitkeringen van de verzekeraar ook stoppen. Maar dit is afhankelijk van een aantal factoren.
Om deze vraag te beantwoorden moet je eerst nagaan wat je financiële situatie zal zijn als je onverhoopt arbeidsongeschikt mocht raken. Voor werknemers in loondienst voorziet de Wet Inkomen naar Arbeid (WIA) in een inkomen bij arbeidsongeschiktheid.
Deze uitkering is echter nooit hoger dan een percentage van het maximum jaarloon van € 58.307,40 (2021). Heb je een hoger inkomen dan val je verder terug in inkomen. Veel werkgevers hebben echter voor hun personeel een aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten, die onder meer de extra inkomensterugval voor hogere inkomens voor een deel opvangt.
Inschatting maken van de risico's
Ga voor jezelf na hoe groot de kans is dat je arbeidsongeschikt raakt. Loop je veel risico's in je werk? Ben je vaak op pad? Doe je fysiek zwaar werk? Leid je een avontuurlijk leven? Zijn er bepaalde genetische afwijkingen in de familie? Misschien is de kans op arbeidsongeschiktheid helemaal niet zo groot. En als je een grote werkgever hebt, bijvoorbeeld de overheid, is de kans op herplaatsing bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid veel groter dan wanneer je bij een klein bedrijf werkt.
Financiële weerbaarheid
Je financiële weerbaarheid speelt ook mee. Heb je geld achter de hand, of kun je op je partner terugvallen, dan is een woonlastenverzekering niet direct noodzakelijk. Als je net een duur huis hebt gekocht met een maximale hypotheek, dan heeft een inkomensterugval bij arbeidsongeschiktheid echter meteen consequenties.
Kortom, als je onder de loongrens verdient, een goede arbeidsongeschiktheidsverzekering hebt, geen zwaar of gevaarlijk beroep uitoefent of financieel weerbaar bent, denk dan goed na over het nut en de noodzaak van zo'n verzekering.
Eisen aan een goede woonlastenverzekering
Een goede woonlastenbeschermingsverzekering voldoet aan de volgende criteria:
Je kunt kiezen voor passende arbeid of eigen beroep.
Je kunt kiezen voor een verzekering die ook 100% uitkeert bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Juist bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid kun je het ergst in de problemen raken.
De verzekering is niet alleen beperkt tot objectief medisch aantoonbare aandoeningen of ziekten.
Looptijd en maximale duur van de verzekering moeten overeenkomen met de periode waarin je financiële aanvulling nodig hebt. Dat is doorgaans tot je pensioen of tot het einde van de looptijd van de hypotheek.
Je betaalt periodiek (bijvoorbeeld per maand of per kwartaal) premie. Je kunt de verzekering stoppen wanneer je wilt.
Let ook op de arbeidsongeschiktheidscriteria. Er zijn 3 criteria: eigen beroep, passende arbeid en gangbare arbeid. Aan de hand van een voorbeeld leggen we het verschil uit.
1. Eigen beroep
Een chirurg verliest zijn vinger. Heeft hij de verzekering afgesloten met het criterium 'eigen beroep' dan is hij voor 100% arbeidsongeschikt. Hij kan immers zijn eigen vak niet meer uitoefenen.
2. Passende arbeid
Heeft onze chirurg echter gekozen voor een verzekering met het criterium passende arbeid dan is er helemaal geen sprake van arbeidsongeschiktheid. Hij kan immers nog prima functioneren als verzekeringsarts. Zou deze chirurg echter door een herseninfarct een deel van zijn geestelijke vermogens zijn kwijtgeraakt dan is hij volgens dit criterium arbeidsongeschikt.
3. Gangbare arbeid
Is zijn verzekering afgesloten op basis van gangbare arbeid, dan kan hij in geval van de herseninfarct wel simpel werk uitvoeren. Er is dan geen sprake van arbeidsongeschiktheid en hij ontvangt niets van zijn woonlastenverzekering.
Meerwaarde
Woonlastenverzekeringen die uitgaan van passende arbeid of eigen beroep, zijn duurder. Ze bieden echter zo veel meerwaarde dat hier onze voorkeur naar uitgaat. Een keuze voor gangbare arbeid is alleen een optie als je een laag inkomen hebt en eenvoudig werk doet.
Uitsluitingen
Altijd uitgesloten is arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van opzet of grove schuld van de verzekerde of van een bij de uitkering belanghebbende. En in het geval van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van oorlog, opstanden en dergelijke hoef je ook bij geen enkele verzekeraar op een uitkering te rekenen. Hetzelfde geldt voor arbeidsongeschiktheid door reeds bestaande aandoeningen en ziekten.
Voor werknemers in loondienst voorziet de Wet Inkomen naar Arbeid in een inkomen bij arbeidsongeschiktheid. De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van 104 weken (2 jaar) nog minstens 35% arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering.
De WIA bestaat uit 2 regelingen: de Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA).
1. Volledig arbeidsongeschikt
Als je volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bent (indien je maximaal 20% van het voorgaande loon kunt verdienen) val je in de IVA. Je ontvangt dan een uitkering van 75% van je laatstverdiende loon. Er is alleen sprake van duurzame arbeidsongeschiktheid, als er sprake is van een stabiele of verslechterende situatie. Ook als er op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat, spreekt men van duurzaam.
2. Gedeeltelijk arbeidsongeschikt
Als je niet in aanmerking komt voor een IVA-uitkering en je voor minimaal 35% arbeidsongeschikt bent, kom je in aanmerking voor een WGA-uitkering (regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten).
1. De loongerelateerde uitkering
Je krijgt alleen een loongerelateerde uitkering als je voldoet aan de zogeheten referte-eis. Dit betekent dat je in de 36 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid minimaal 26 weken moet hebben gewerkt óf recht op een WW-uitkering moet hebben gehad. Als je werkt, vult de uitkering je inkomen aan tot 75% van je eerder verdiende inkomen. Na 2 maanden wordt dat 70%. De duur van de uitkering is gekoppeld aan je arbeidsverleden.
Het arbeidsverleden bestaat uit 2 periodes:
Het fictieve arbeidsverleden: dit zijn de jaren vanaf het jaar waarin je 18 jaar werd tot en met 1997;
Het feitelijke arbeidsverleden: dit zijn de jaren vanaf 1998 tot het jaar waarin de WGA-uitkering ingaat.
Voor ieder volledig jaar arbeidsverleden, heb je recht op 1 maand loongerelateerde uitkering. Heb je bijvoorbeeld een arbeidsverleden van 18 jaar, dan krijg je 18 maanden lang een loongerelateerde uitkering.
2. De loonaanvullinguitkering
Als de duur van de loongerelateerde uitkering is verstreken, kun je eventueel in aanmerking komen voor een loonaanvullinguitkering. Bij een ongewijzigde situatie hou je die uitkering tot je AOW.
Je hebt recht op de loonaanvullinguitkering als je voor minimaal 80% arbeidsongeschikt bent, maar (nog) niet in aanmerking komt voor de IVA-uitkering óf tenminste 50% verdient van het loon dat je nog kunt verdienen, de zogenaamde restverdiencapaciteit.
Je loonaanvullinguitkering is 70% van het volgende bedrag: Je WIA-maandloon minus je theoretische verdiencapaciteit. De loonaanvullinguitkering is nooit lager dan het bedrag dat je zou krijgen als je een vervolguitkering zou ontvangen.
Aan de hand van een voorbeeld laten we zien hoe dit berekend wordt. In het verleden verdiende Jan € 40.000,00 per jaar. Hij kan volgens de arbeidsdeskundige nog € 14.000,00 verdienen. In werkelijkheid verdient hij nog € 8.400,00. De uitkering is € 18.200,00. Dat is 70% van € 26.000,00 (€ 40.000,00 minus € 14.000,00). Zijn totale inkomen bedraagt € 26.600,00 (€ 18.200,00 plus € 8.400,00).
3. De vervolguitkering
Je hebt recht op de vervolguitkering als je gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent en minder dan 50% verdient van het bedrag dat je volgens de arbeidsdeskundige van het UWV nog kunt verdienen. De uitkering is een percentage van het minimumloon. Als je een baan vindt waarmee je 65% of meer van je oude loon verdient, dan eindigt de uitkering.
Regeling door werkgever
Veel werknemers hebben via hun werkgever een arbeidsongeschiktheidsverzekering lopen, die voorziet in een aanvulling bovenop je WIA-uitkering, mocht je arbeidsongeschikt raken. Als je via je werkgever een goede arbeidsongeschiktheidsverzekering (ook wel WGA-aanvullingspolis of excedentverzekering genoemd) hebt, is een woonlastenverzekering niet nodig.
Duik in de voorwaarden
Ga na wat voor verzekering je werkgever aanbiedt, en welke dekking en voorwaarden deze kent. Er zijn een aantal varianten mogelijk. De meest uitgebreide varianten bieden:
Aanvulling tot 70% van het maximumloon € 58.307,40 (2021), of;
Aanvulling tot 70% van het werkelijke salaris (boven maximumloon), of;
Aanvulling tot 80% van het werkelijke salaris (boven maximumloon).
Extra vangnet
Als je maandlasten dusdanig hoog zijn dat je ondanks een aanvullende arbeidsongeschiktheidspolis je maandlasten niet kunt betalen, kan een woonlastendekking nut hebben. Daarnaast is je werkgever verplicht je de eerste 2 jaar tenminste 70% van het loon (gemaximeerd) door te betalen. Voor deze eerste 2 jaar is een dekking voor woonlasten minder belangrijk. Wel speelt altijd het werkloosheidsrisico.
Jacques de Bot
De Hypotheekxpert
Jul 14, 2016
Fabel: Als ik door het UWV minder dan 35% arbeidsongeschikt word verklaard, dan keert de woonlastenverzekering ook niet uit.
Feit: Indien de jij de keuze maakt voor beroepsdekking, is de kans bijzonder groot dat er vanuit de woonlastenverzekering gewoon wordt uitgekeerd.
Fabel: Ik raak niet arbeidsongeschikt.
Feit: 1 op de 7 werknemers worden voor een langere tijd (5 jaar of langer) arbeidsongeschikt (landelijke cijfers UWV).
Fabel: Als het fout gaat, dan is er altijd nog NHG.
Feit: Klopt niet. NHG moet namelijk speciaal zijn aangevraagd en goedgekeurd, wil deze van toepassing zijn. NHG staat dan onder bepaalde omstandigheden borg voor de eventuele schuld na gedwongen verkoop. De woonlastenverzekering zorgt er echter juist voor dat jij jouw huis niet gedwongen hoeft te verkopen. Jij kunt rustig blijven wonen in jouw huidige woning.
Fabel: Als ik gedeeltelijk arbeidsongeschikt word, dan kan ik altijd nog wel wat werken.
Feit: Werken bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid blijkt in de praktijk erg lastig. Slechts 4,5% van de gedeeltelijk arbeidsongeschikten werkt volledig. Bijna 60% werkt helemaal niet (terwijl ze dit best zouden willen). Werkgevers kiezen liever voor gezond personeel.